top of page

STEDELIJK BASE

MUSEA

stedelijk-base-collection-barnett-newman

‘Stedelijk Base’, het in 2017 geopende nieuwe onderdeel van het Stedelijk Museum in Amsterdam, brengt een vernieuwende blik op de inrichting van musea, door de innovatieve wijze waarmee architect Rem Koolhaas de ruimte heeft vormgegeven. Voor mij, een ruimte die nieuwsgierig maakt, je aandacht steeds opnieuw laat verspringen en ondanks de veelheid aan informatie, toch zorgt dat je jezelf niet verliest in het labyrint van kunst en vormgeving.

 

De grootse, ondergrondse ruimte waar Stedelijk Base tentoon wordt gesteld, laat de vaste collectie van het Stedelijk Museum zien die de ontwikkelingen van de moderne kunst weergeeft vanaf 1880 tot heden. De ruimte oogt open door hoge plafonds en de losse scheidingswanden, die zich speels door de ruimte begeven. Deze dynamische vormgeving in combinatie met witte muren en verlichting op het plafond, wekken het idee van licht, waardoor de afwezigheid van natuurlijk licht niet hinderlijk is, maar de ruimte wel heel geschikt maakt voor vele kunstvormen.

Het is duidelijk dat de plek speciaal is ontworpen voor de vaste collectie en dat deze niet aan veel verandering onderhevig zal zijn. Stedelijk Base maakt deel uit van een groter concept binnen het Stedelijk Museum. Het gebouw is na de renovatie en de bouw van het nieuwe gedeelte ingericht in drie delen: Stedelijk Turns, Stedelijk Now en Stedelijk Base. Stedelijk Turns geeft op de begane grond van het oude gebouw de collectie in actuele en thematische presentaties weer, terwijl Stedelijk Now tijdelijke tentoonstellingen op de eerste verdieping toont. Stedelijk Base neemt plaats in de nieuwbouw en toont een mix van alle disciplines met werk uit de vaste collectie. Daarnaast is het belangrijk om te vertellen dat er tussen Stedelijk Turns en Stedelijk Base onderling ook een relatie bestaat. De vaste collectie van Base is westers georiënteerd en bestaat vooral uit mannelijke kunstenaars. Turns, dat zich focust op het laten zien van nieuwe perspectieven, brengt bijvoorbeeld de door vrouwelijke kunstenaars gemaakte ‘vergeten’ kunst terug door het opnieuw ten toon te stellen. Ook met oog voor de achterliggende maatschappelijke thema’s. Dit wordt op zijn beurt ook weer teruggekoppeld naar de Base.

AMO-Base-Model-Stedelijk-Museum-Gert-Jan
Schermafbeelding%25202021-01-04%2520om%2
9696156cbd030f14e5fcc503e541dbb663be5a7a
Untitled_Artwork 3.gif

De herinrichting is een interessante keuze, omdat hiermee de vaste collectie in een nieuw jasje wordt gestoken en het historische gedeelte nieuw leven in wordt geblazen door wisselend werk te laten zien. Je ziet dat dit ook terugkomt in de foyer en het exterieur van het museumgebouw, waarbij oud en nieuw in elkaar overlopen.

Persoonlijk vind ik dat deze samenkomst beter gelukt is in de foyer, dan bij het exterieur. Terwijl in de foyer een vorm- en materiaalspel tussen het moderne en het traditionele van het museum plaatsvindt, waarin oud en nieuw gebalanceerd naast elkaar bestaan, overtreft in mijn ogen het exterieur van de nieuwbouw, dat ook wel ‘de badkuip’ wordt genoemd, met zijn pompeuze vorm het oude museumgebouw, waardoor de schoonheid van de oude architectuur niet goed naar voren komt.

De vorm van ‘de badkuip’ is opgebouwd uit panelen van Twaron, een extreem lichte en erg sterke synthetische vezel, waardoor het vorm en kracht kan behouden, ondanks heftige weercondities. Daarnaast is het materiaal ook nog hittebestendig. Ondanks dat het exterieur van de nieuwbouw me esthetisch niet aanspreekt, begrijp ik de keuze voor dit materiaal wel, omdat het op deze manier goede bescherming biedt aan de waardevolle kunst die zich in het museum bevindt.

Bijzondere en vooral beschermende materialen komen ook bij de inrichting van de expositieruimte sterk naar voren. De stalen wanden van Stedelijk Base, die los van elkaar verspreid staan opgesteld, zijn rank en lopen schuin af, waardoor losse schermen ontstaan, in plaats van vaste muren. Om dit effect te bereiken op de losse onderdelen, is er gekozen voor staal als materiaal. Na te experimenteren met hout, werd duidelijk dat alleen staal sterk genoeg zou zijn om de kunst op de schuin lopende muren te ondersteunen. Zo ontstond er een samenwerking met TATA Steel Nederland.

 

Tijdens het bezoek heb ik extra gelet op wat de indeling door middel van deze schermen met me deed. Het materiaal, staal, dat van nature een vrij hard is weet ondanks zijn chemische eigenschappen een zacht, flexibel effect te hebben. De schermen zijn simpel gehouden door het gebruik van de niet-kleuren wit en antraciet. De dunheid van de wanden zorgt ervoor dat je je als bezoeker makkelijk door de ruimte kunt begeven en door de verschillen in de afmetingen in lengte en breedte, wordt er in combinatie met het kleurgebruik een speelse gelaagdheid gecreëerd.  Hoewel de schermen op zichzelf staan, is er een duidelijke verbinding en samenhang die het tot een geheel maakt. Dat idee sluit nauw aan op de inhoud van de expositie. Zo vertelt Rem Koolhaas in een interview over het project het volgende:

“Wat ik dus hoop is dat je de ervaring krijgt alsof je in een stad loopt. Met af en toe spannende gebieden, af en toe gewone gebieden, af en toe stukken die je herkent en af en toe dingen die je verbijsteren.”

Deze woorden vatten voor mij precies mijn beleving van de expositie samen. De muren die de omtrek van de ruimte opmaken, vormen een pad dat de bezoeker het chronologische verhaal van de kunst en vormgeving vertelt. Door dit pad te volgen zal je als bezoeker herkenbare en iconische werken tegenkomen, waarin men zelf verbanden kan leggen tussen stromingen en periodes. Het begint eind 19e eeuw met werken van Van Gogh en Cézanne en eindigt weer op hetzelfde punt met kunst uit de jaren 60. De chronologie is een veilige ‘houvast’ waar men naar terug kan keren, maar de kunstobjecten op en aan de schermen die verspreid door de ruimte staan opgesteld, bieden de mogelijkheid om nieuwe ‘wegen’ in te slaan en als het ware een ontdekkingstocht door de ruimte te beginnen.

 

Het achterliggende concept is aangedragen door Beatrix Ruf, voormalig artistiek directeur van het museum. Zij legde de vergelijking met de online wereld waarin we vandaag de dag leven en die de manier waarop we met informatie omgaan in korte tijd sterk heeft veranderd. Door te experimenteren met de hanghoogtes van de doeken en kunstobjecten zo bij elkaar te plaatsen dat de meest logische verbanden ontbreken, ontstaat het idee van ‘browsen’ dat we kennen van het internet. En net als bij het browsen, zijn er veel beelden en is er weinig bijgevoegde informatie. Het betekent niet dat een bezoek aan de tentoonstelling voorkennis vereist. De bezoeker krijgt juist zo zelf de mogelijkheid om verbanden te leggen tussen onwaarschijnlijke combinaties. Dit maakt de expositie geschikt voor een heel breed publiek. Bezoekers die nog onbekend zijn met de kunst uit het museum hebben ruggensteun die hen door middel van de buitenwand op elk moment terug kan brengen naar een vast punt in de kunstgeschiedenis, maar hen ook aangemoedigd om, al dwalend door de wirwar van werken, hun perspectief te verbreden. Kenners en doorwinterde museumbezoekers krijgen daarentegen juist de kans om iconische werken nogmaals te bekijken met een frisse blik en tot nieuwe inzichten te komen.

 

Het innoverende concept van Koolhaas en Ruf heeft ook mij stil laten staan bij de manier waarop we ruimte inrichten. Door vormgeving en schilderkunst bij elkaar te plaatsen, thematisch te werk te gaan en de koppeling met belangrijke aspecten van de wereld waarin we nu leven, ontstaat er een dynamiek die mij nog onbekend was. Iconische werken gaven me een punt van herkenning, waardoor je jezelf niet verliest. Tegelijkertijd wordt niet alle informatie je gelijk overhandigt, maar gaf de expositie me vrijheid zelf te spelen met de associaties en combinaties van het de verwonderlijke wereld van kunst en design.

 

 

“For me the crucial thing in any institution in order to stay alive, is to experiment.” - Rem Koolhaas

bottom of page